Het pensioenfonds kent voor de meeste (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden een voorwaardelijk recht op toeslagverleningDe verhoging van het pensioen met een bepaald percentage, ook wel indexatie genoemd.Afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds is deze verhoging gelijk aan de algemene prijsontwikkeling van het Consumenten Prijs Indexcijfer (CPI) voor alle huishoudens (meetperiode oktober tot en met september).Er is echter geen geld gereserveerd voor indexatie. Ook wordt er geen extra premie voor betaald. Daarom is de indexatie altijd voorwaardelijk. Het is nooit zeker of, en in welke mate wordt geïndexeerd. Het bestuur besluit jaarlijks op grond van de financiële situatie van het fonds of een gehele of gedeeltelijke indexatie kan worden toegekend.. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagen verleend zullen worden.
Ieder jaar wordt in mei berekend hoe hoog de eventuele toeslag wordt. In juni neemt het bestuur hierover een besluit. De toeslag wordt dan per 1 juli toegekend.
De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds. De toeslagverlening wordt uit het vermogen van het pensioenfonds betaald voor zover dit mogelijk is. Dit wordt hieronder verder uitgelegd.
Voor de meeste deelnemers en pensioengerechtigden is de toeslagverlening gebaseerd op het consumentenprijsindexcijfer (CPI) van het CBS.
De gewezen deelnemers en pensioengerechtigden uit de oude DNB-pensioenregeling voor wie de deelneming geëindigd is vóór 2003, hebben een voorwaardelijke aanspraak op toeslagverlening op basis van de loonontwikkeling bij de werkgever.
De gewezen deelnemers en pensioengerechtigden uit de oude PVK-pensioenregeling voor wie de deelneming geëindigd is vóór 1 januari 2005, hebben een aanspraak op toeslagverlening op basis van de algemene loonontwikkeling bij de werkgever. Er is voor hen een speciale afspraak met de werkgever vastgelegd, voor wanneer de middelen van het pensioenfonds niet toereikend zijn om de volledige toeslagen te financieren. De extra lasten voor deze toeslagen worden dan bij de werkgever in rekening gebracht,
De meest recente toeslagverlening is per 1 juli 2022 toegekend. Er kan een gedeeltelijke toeslag verleend worden als de beleidsdekkingsgraadDe beleidsdekkingsgraad is bepalend voor:- het moment dat het pensioenfonds in een tekortsituatie komt, dan wel uit een tekortsituatie komt;
- de evaluatie van een eventueel herstelplan;
- het doorvoeren van eventuele kortingen;
- de indexaties. op de peildatum (eind december) hoger is dan 110%. Een volledige toeslag kan pas verleend worden als de beleidsdekkingsgraad op de peildatum hoger is dan de grens voor toekomst bestendig indexeren. De beleidsdekkingsgraad op 31 december 2021 was 127,7%, de grens voor toekomst bestendig indexeren was 127,9%. Daarom kan per 1 juli 2022 99% van de maatstaf aan toeslag verleend worden.
Voor de deelnemers die de CPI volgen, betekent dit 9,6% toeslag (9,6% = 99% x 9,73%) . Van 1 april 2020 tot en met 31 maart 2022 stegen de prijzen namelijk met 9,73%. De achterstand in niet ontvangen toeslagen loopt daardoor met 0,1% op tot 1,7%. Voor oud-medewerkers en gepensioneerden is dit een stijging van 0,11 tot 10,38%. Zie ook onderstaand overzicht.
Voor de deelnemers die de loonontwikkeling bij DNB volgen betekent dit een toeslag van 2,77% (2,77% = 99% x 2,80%). De loonontwikkeling bij DNB is van 1 mei 2020 tot en met 30 april 2022 is 2,80%. De achterstand in niet ontvangen toeslagen loopt daardoor met 0,03% op tot 7,81%.
Doordat er in 2022 geen volledige toeslag kon worden verleend is de totaal opgetelde achterstand in toeslagen verder opgelopen (zie onderstaande tabel). Het bestuur kan pas besluiten om deze achterstand in te lopen als de beleidsdekkingsgraad boven de grens voor toekomst bestendig indexeren ligt.
Toeslagverlening |
|
||
Groep |
|
2022 |
Totaal opgetelde achterstand |
Actieven |
Prijsinflatie van 9,73% |
9,63% |
1,7% |
Inactieven vanaf 2003 |
Prijsinflatie van 9,73% |
9,63% |
10,38% |
Inactieven ex-DNB vóór 2003 |
Loonontwikkeling van 2,8% |
2,77% |
7,81% |
Inactieven ex-PVK vóór 2005 |
Loonontwikkeling van 2,8% |
2,8% |
De totaal opgetelde achterstand in toeslagen is voor actieven lager, omdat er voor deze groep tot 2015 sprake was van een onvoorwaardelijke indexatieDe verhoging van het pensioen met een bepaald percentage, ook wel toeslag genoemd.Afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds is deze verhoging gelijk aan de algemene prijsontwikkeling van het Consumenten Prijs Indexcijfer (CPI) voor alle huishoudens (meetperiode 1 april tot en met 31 maart).Er is echter geen geld gereserveerd voor indexatie. Ook wordt er geen extra premie voor betaald. Daarom is de indexatie altijd voorwaardelijk. Het is nooit zeker of, en in welke mate wordt geïndexeerd. Het bestuur besluit jaarlijks op grond van de financiële situatie van het fonds of een gehele of gedeeltelijke indexatie kan worden toegekend. en daarna vanuit het toeslagendepot een bijdrage kon worden geleverd voor de te verlenen toeslag. Dit toeslagendepot bestond tijdelijk en is inmiddels leeg.