-
Aanpassing van pensioen (indexatie of toeslagverlening)
Het pensioenfonds streeft ernaar om uw pensioen waardevast én welvaartsvast te houden. Dat betekent dat we de pensioenen willen laten meegroeien met de algemene prijsstijgingen. En met de algemene salarisontwikkeling van de werkgever. Daarom kijkt het pensioenfonds elk jaar of het mogelijk is om uw pensioen aan te passen met een bepaald percentage. Deze verhoging noemen we ook ‘toeslag’ of ‘indexatie’.
Er is geen geld gereserveerd voor het geven van een verhoging. Ook betaalt u er geen extra premie voor. De verhoging van het pensioen hangt af van de financiële positie van het pensioenfonds. Het bestuur besluit elk jaar op 1 juli of er een verhoging mogelijk is op basis van de financiële positie. En zo ja, of dit een gehele of gedeeltelijke verhoging wordt. Lees meer over het verhogen van de pensioenen.
-
ABTN
Afkorting voor Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Deze nota is wettelijk verplicht. In de nota staat het beleid van het pensioenfonds beschreven. Denk aan afspraken over de financiering van de pensioenen, de beleggingen en het verhogen van de pensioenen.
-
Accountant
Een accountant is een onafhankelijke deskundige. De accountant controleert de jaarrekeningen, stelt de jaarrekeningen op en/of verzorgt de financiële administraties.
-
Actuaris
De actuaris is de specialist die de premie berekent. Ook stelt de actuaris vast hoeveel vermogen we nu nodig hebben om de pensioenen in de toekomst te kunnen betalen. Een actuaris berekent verder wat de financiële gevolgen zijn van wijzigingen in de rente of in de levensverwachting.
Daarnaast is er een certificerend of waarmerkend actuaris. Deze heeft een controlerende taak. Hij of zij bekijkt of we voldoende vermogen hebben om (samen met de nog te ontvangen pensioenpremies) alle pensioenen te kunnen betalen. En of het fonds voldoet aan de wet- en regelgeving op dit gebied.
-
Afkoop
Afkoop van het kapitaal voor uw pensioen betekent dat u een bedrag van dezelfde waarde krijgt. Pensioenfondsen mogen géén pensioenen afkopen. Behalve als het gaat om een klein pensioen (in 2024: maximaal € 529,51 bruto per jaar) én u instemt met de afkoop.
-
Ambitieniveau bij de verhoging van de pensioenen (zie ook Aanpassing van pensioen)
Het pensioenfonds streeft ernaar om de pensioenen waardevast te houden. Dat betekent dat de pensioenen waar mogelijk meegroeien met de algemene prijsontwikkeling.
-
Arbeidsongeschikt
U bent arbeidsongeschikt als u langer dan twee jaar ziek bent en daardoor uw werk niet of niet volledig kunt uitvoeren en als u van het UWV een WIA-uitkering ontvangt.
-
Attestatie de Vita
Dit is een ander woord voor een verklaring van in-leven-zijn. Eén keer per jaar vraagt het pensioenfonds aan alle gepensioneerden die in het buitenland wonen, zo'n verklaring. Het bewijs van in leven zijn moet worden ingevuld en voorzien van een officiële stempel of verklaring. Deze moet door de ambassade, het consulaat, de burgerlijke stand of door een notaris in het land waar de gepensioneerde woont gegeven worden. Als de attestatie de vita wordt teruggestuurd, zorgen wij voor de doorbetaling van het pensioen. Lees meer op de pagina Attestatie de Vita.
-
Beleidsdekkingsgraad (zie ook: dekkingsgraad)
De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de dekkingsgraad van de afgelopen 12 maanden.
Op basis van de beleidsdekkingsgraad bepaalt het pensioenfonds of de pensioenen kunnen worden verhoogd (aangepast). Of dat het nodig is om de pensioenen te verlagen, als er sprake is van een tekort. In dat geval moet het pensioenfonds een herstelplan maken. Daarin staat hoe het pensioenfonds ervoor zorgt dat de beleidsdekkingsgraad weer op een gezond niveau komt. -
Bereikbaar pensioen
Het pensioen dat u kunt bereiken als u tot uw pensioendatum pensioen blijft opbouwen bij dit pensioenfonds. Op het Uniform Pensioenoverzicht dat u ieder jaar ontvangt, staat hoeveel pensioen u heeft opgebouwd en hoeveel u nog kunt opbouwen als u bij DNB blijft werken.
-
Bijzonder ouderdomspensioen
Gaan u en uw partner uit elkaar? Dan heeft uw ex-partner na de scheiding of het einde van het samenwonen recht op een deel van uw ouderdomspensioen. Dat heet het bijzonder ouderdomspensioen. Zie ook ‘Conversie’ en ‘Verevening’.
-
Contante waarde
Het bedrag dat het pensioenfonds nu nodig heeft om op een bepaald moment in de toekomst een uitkering of een reeks van uitkeringen te kunnen betalen.
-
Conversie
Het omzetten van pensioen in een ander soort pensioen. Bijvoorbeeld als u gaat scheiden. Uw ex-partner heeft dan recht op een deel van uw pensioen dat u tijdens het huwelijk hebt opgebouwd. Als u dit deel wordt omzet naar een eigen pensioen voor de ex-partner, wordt dit conversie genoemd. Conversie is alleen mogelijk na schriftelijke toestemming van het pensioenfonds.
-
Deelnemersbijdrage
Bedrag dat deelnemers betalen als bijdrage in de kosten van de pensioenregeling. Bij DNB houdt de werkgever een deel van de pensioenpremie in op het salaris. De deelnemersbijdrage is verwerkt in de pensioenpremie. Dit is in de cao geregeld.
-
Deeltijdfactor
De deeltijdfactor is het aantal uren dat u volgens uw arbeidsovereenkomst werkt, gedeeld door het aantal uren bij een volledige werkweek. Bij DNB is een volledige werkweek 36 uur. Dus als u een arbeidsovereenkomst hebt voor 32 uur, is de deeltijdfactor 32 : 36 uur = 0,89.
-
Deeltijdpensioen
Een deel van het pensioen laten ingaan. Dit kan vanaf 55 jaar.
-
Dekkingsgraad
De dekkingsgraad geeft aan of het pensioenfonds met het huidige kapitaal ook werkelijk alle huidige en toekomstige pensioenen zou kunnen uitkeren. De dekkingsgraad wordt berekend door de waarde van de beleggingen te delen door de waarde van de huidige en toekomstige pensioenverplichtingen. Dit percentage is de dekkingsgraad. De dekkingsgraad wordt elke maand aan het einde van de maand vastgesteld. Lees meer over de dekkingsgraad.
-
Dekkingstekort
Als het vermogen van het pensioenfonds te laag is om in de toekomst de pensioenen te kunnen blijven uitkeren en de reserve voor algemene risico’s te dekken.
-
Eigen vermogen
Het eigen vermogen van een pensioenfonds bestaat uit de waarde van de bezittingen min de waarde van de verplichtingen. Het pensioenfonds gebruikt het eigen vermogen als een reserve, die groot genoeg moet zijn om financiële tegenvallers op te vangen. Pensioenfondsen zijn verplicht om een reserve aan te houden.
-
Financieel Toetsingskader (FTK)
De manier waarop sinds 2007 getoetst moet worden of een pensioenfonds financieel op orde is. Het FTK staat beschreven in de pensioenwet.
-
Franchise
Dat is het deel van het salaris waarover u geen ouderdomspensioen opbouwt. Dat is namelijk niet nodig, omdat u naast ouderdomspensioen van het pensioenfonds ook AOW van de overheid krijgt. De franchise is dus eigenlijk het deel van het loon waarvoor de AOW al in een pensioen voorziet.
-
Gepensioneerde
Iedereen die een pensioen van Pensioenfonds DNB krijgt. Het kan gaan om alle vormen van ouderdomspensioen, partner- en wezenpensioen of arbeidsongeschiktheidspensioen.
-
Geregistreerd partnerschap
Een wettelijk erkende vorm van samenleving tussen twee partners. In Nederland staat een geregistreerd partnerschap gelijk aan een huwelijk. Geregistreerde partners hebben net als echtgenoten recht op partnerpensioen bij overlijden.
-
Gewezen deelnemer
U bent een gewezen deelnemer als u vroeger pensioen hebt opgebouwd bij het pensioenfonds, maar dat nu niet meer doet. U hebt dan nog wel pensioen staan bij ons pensioenfonds, maar u bent nog niet met pensioen. Gewezen deelnemers worden ook wel slapers of ex-deelnemers genoemd.
-
Herstelplan
Pensioenfondsen stellen een herstelplan op als ze niet genoeg eigen vermogen hebben. In dit plan staat hoe het pensioenfonds ervoor zorgt dat het eigen vermogen binnen maximaal tien jaar weer op het vereiste niveau komt. Het pensioenfonds heeft geen herstelplan, de financiële positie voldoet aan de vereiste dekkingsgraad.
-
Indexatie (zie ook Aanpassing van pensioen)
De verhoging van uw pensioen met een bepaald percentage, ook wel toeslag genoemd.
-
Middelloon
In een middelloonregeling bouwt u elk jaar pensioen op over het salaris dat u in dat jaar hebt ontvangen. Om het uiteindelijke pensioen te berekenen, worden de pensioenopbouw van alle jaren bij elkaar opgeteld. Het gemiddelde daarvan wordt uw pensioen. Vandaar de naam middelloonregeling.
-
MVB
MVB staat voor maatschappelijk verantwoord beleggen. Het pensioenfonds streeft ernaar een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving met de beleggingen. Lees meer over maatschappelijk verantwoord beleggen.
-
Partner
De persoon met wie u getrouwd bent of met wie u een geregistreerd partnerschap hebt. Een partner kan ook een persoon zijn met wie u ongehuwd samenwoont en die u heb aangemeld als partner zoals omschreven in het pensioenreglement.
-
Partnerpensioen
De uitkering die uw partner krijgt als u overleden bent, als uw partner voldoet aan de voorwaarden in het pensioenreglement. Lees meer over partnerpensioen.
-
Partnerpensioen op risicobasis
Uw partner heeft alleen recht op partnerpensioen als u overlijdt terwijl u nog in dienst bent van DNB.
-
Pensioenaanspraak
Een recht op pensioen dat nog niet is ingegaan.
-
Pensioengrondslag
Het gedeelte van het salaris waarover u pensioen opbouwt. U bouwt pensioen op over het salaris dat tussen de franchise en het maximum pensioengevend salaris ligt. De hoogte van de franchise en het maximum pensioengevend salaris wordt elk jaar opnieuw vastgesteld.
-
Pensioeningangsdatum
De eerste dag van de maand waarop uw ouderdomspensioen ingaat. Een voorbeeld: als uw pensioen op 15 mei ingaat, is de pensioeningangsdatum 1 mei.
-
Pensioenrichtdatum
De eerste dag van de maand nadat u 68 jaar wordt. Een voorbeeld: als u op 15 mei 68 wordt, is de pensioenrichtdatum 1 juni.
-
Premievrije aanspraak op pensioen
Het pensioen dat een oud-werknemer bij vertrek heeft laten staan. Bij ‘gewezen deelnemer’ leest u hier meer over.
-
Prepensioen
Een vorm van vervroegd ouderdomspensioen. Prepensioen geeft u de mogelijkheid om voor uw AOW-gerechtigde leeftijd met pensioen te gaan. Als u 65 jaar wordt, stopt het prepensioen.
-
Principles for Responsible Investment
De Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties zijn in 2006 geïntroduceerd. Het is een verzameling vrijwillige ‘best practice’-normen voor vermogensbezitters en vermogensbeheerders die bij hun beleggingen rekening willen houden met het milieu, maatschappij en goed bestuur.
-
Raad van toezicht
De Raad van toezicht (RvT) houdt van interntoezicht op het pensioenfonds. De RvT beoordeelt het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in het pensioenfonds. De RvT rapporteert aan het bestuur. De bevindingen van de RvT staan ook in het jaarverslag, samen met een reactie van het bestuur.
-
Reële dekkingsgraad
Dit is de dekkingsgraad waarbij de pensioenen in de toekomst evenveel kunnen worden verhoogd als de verwachte prijsstijgingen. Een reële dekkingsgraad van 100% betekent dat een pensioenfonds zowel de pensioenverplichtingen kan betalen als de pensioenen kan verhogen met de verwachte prijsstijgingen. Een pensioenfonds moet minimaal 1 keer per jaar de reële dekkingsgraad bekendmaken.
-
Samenwonen (ongehuwd)
Het duurzaam voeren van een gemeenschappelijke huishouding door twee ongehuwden. Woont u samen en wilt u dat uw partner recht heeft op partnerpensioen na uw overlijden? Dan moet u uw partner aanmelden bij het pensioenfonds en bewijs van samenwonen aanleveren. Dit doet u met een notarieel samenlevingscontract en een uittreksel uit het bevolkingsregister.
-
Slaper
Zie ‘Gewezen deelnemer’.
-
Toeslagverlening
Zie ‘Aanpassing van pensioen’.
-
Uitruil
Onder voorwaarden bestaat de mogelijkheid om – een deel van – het partnerpensioen om te zetten in ouderdomspensioen of het ouderdomspensioen om te zetten in partnerpensioen. Dit noemen we uitruil. In de eerste situatie krijgt uw partner dan geen of minder partnerpensioen na uw overlijden. In de tweede situatie krijgt u minder ouderdomspensioen.
-
Uitstel van pensioen
U kunt ervoor kiezen om (een deel van) uw pensioen later te laten ingang dan de ingangsdatum zoals die in het pensioenreglement staat (68 jaar). Dit kan tot maximaal 5 jaar na uw AOW-leeftijd.
-
Uitvoeringsovereenkomst
De overeenkomst tussen een werkgever en een pensioenfonds over de uitvoering van een of meer pensioenregelingen. In de uitvoeringsovereenkomst staan de afspraken tussen beide partijen. Bijvoorbeeld de verplichtingen voor de werkgever voor het aan- en afmelden van deelnemers aan de pensioenregeling. En afspraken over de kosten van de regeling.
-
Uniform Pensioenoverzicht (UPO)
Een overzicht van uw (opgebouwd) pensioen bij het pensioenfonds. U ziet u in het UPO onder andere hoeveel pensioen u kunt verwachten als u tot uw pensioendatum blijft werken bij DNB. Ook staat er in wat uw eventuele partner en kinderen krijgen als u overlijdt. En wat u krijgt van het pensioenfonds als u arbeidsongeschikt raakt.
-
Variabel pensioengevend salaris
In sommige gevallen ontvangt u van uw werkgever maandelijks een variabel inkomen. Over het totaal van dit variabel inkomen in een jaar, inclusief de 13e maand en vakantietoeslag die u over dit bedrag krijgt, bouwt u ook pensioen op. Dit noemen het we het variabel pensioengevend salaris.
-
Vast pensioengevend salaris
Het vaste pensioengevend salaris is uw vaste bruto jaarsalaris (per 1 januari van elk jaar), inclusief de 13e maand en de vakantietoeslag over dat salaris.
-
Verantwoordingsorgaan
Een orgaan waarin de actieve deelnemers, de pensioengerechtigden, oud-deelnemers en de werkgever zijn vertegenwoordigd. Het bestuur legt verantwoording af aan het VO over het beleid en de manier waarop dit is uitgevoerd. Het oordeel van het verantwoordingsorgaan wordt opgenomen in het jaarverslag, samen met een reactie van het bestuur.
-
Vereiste dekkingsgraad
De vereiste dekkingsgraad geeft aan hoeveel geld het pensioenfonds minimaal in kas moet hebben (buffer), om nu en in de toekomst zijn verplichtingen na te kunnen komen.
Is de beleidsdekkingsgraad lager dan de vereiste dekkingsgraad? Dan is er sprake van een tekort. In dat geval moet het pensioenfonds een herstelplan indienen bij toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB). In dit herstelplan moet staan hoe het fonds ervoor zorgt dat de beleidsdekkingsgraad binnen 10 jaar weer boven de vereiste dekkingsgraad komt te liggen. Voor het pensioenfonds is dit niet van toepassing. -
Verevening
Als u gaat scheiden, moeten goederen en financiële middelen verdeeld worden. Dit geldt ook voor uw pensioen. Dit is vastgelegd in de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (WVPS). Hoe de verrekening precies plaatsvindt, is afhankelijk van de voorwaarden waaronder u getrouwd bent en van de afspraken die u met uw ex-partner maakt bij de scheiding.
-
Vervroeging van pensioen
Uw pensioen (voor een deel) eerder laten ingaan dan de ingangsdatum van dit pensioen volgens ons reglement.
-
Waardeoverdracht
Het overdragen van de waarde van het pensioen dat u bij uw vorige werkgever hebt opgebouwd naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. Dat kan dus zijn van uw vorige pensioenfonds naar pensioenfonds DNB als u bij DNB in dienst komt. Of van ons fonds naar uw nieuwe pensioenfonds als u uit dienst gaat bij DNB en bij een andere werkgever pensioen gaat opbouwen. Lees meer bij ‘Waardeoverdracht’.
-
Waardevast pensioen
Bij een waardevast pensioen groeit uw pensioen mee met de stijging van de prijzen. De koopkracht van dit pensioen blijft hetzelfde. Het pensioenfonds streeft naar het waardevast houden van de pensioenen.
-
WAO-aanvulling
De Wet op de Arbeidsongeschiktheid is op 1 januari 2006 vervangen door de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De WAO geldt alleen nog voor u als u voor 1 januari 2004 langdurig ziek bent geworden. De WAO-aanvulling dekt het verschil tussen de loongerelateerde basisuitkering en de lagere vervolguitkering van de WAO. De WAO-aanvulling gaat meestal in op de ingangsdatum van de vervolguitkering.
-
Wezenpensioen
Een maandelijkse uitkering voor de kinderen van de overleden (gewezen) deelnemer of pensioengerechtigde. Een wees kan wezenpensioen van Pensioenfonds DNB tot hun 21e. Studerende kinderen krijgen dat tot hun 27e.
-
WIA
WIA staat voor de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. De WIA geldt vanaf 1 januari 2006 en heeft de Wet op de Arbeidsongeschiktheid vervangen. U krijgt te maken met de WIA als u na 1 januari 2004 voor meer dan 35% arbeidsongeschikt raakt.