Martin, Werknemer DNB
56-67 jaar
Dit verandert niet voor Martin
Pensioen én AOW
Blijft Martin bij DNB werken, dan blijft hij pensioen opbouwen in ons fonds. Hieraan verandert niets. De overheid blijft zorgen voor een wettelijke basisuitkering, de AOW.
Keuzes bij pensionering
Gaat Martin eenmaal met pensioen, dan kan hij keuzes maken voor zijn pensioen. Zo kan hij net als nu, als hij dat wil, zijn pensioen eerder laten ingaan. Hij ontvangt dan wel een lager pensioen per maand, omdat hij minder lang pensioen opbouwt en langer pensioen krijgt uitgekeerd. Hij ontvangt het pensioen de rest van zijn leven.
Pensioen voor nabestaanden
Martins partner en kinderen zijn net als nu verzekerd van partnerpensioen en wezenpensioen. Werkt hij nog bij DNB op het moment van overlijden, dan komen deze pensioenen tot uitkering. Gaat hij uit dienst of met pensioen, dan kan hij ervoor kiezen een partnerpensioen te regelen voor Peter en wezenpensioen voor zijn kinderen.
Pensioen bij arbeidsongeschiktheid
Mocht Martin arbeidsongeschikt worden en daardoor niet meer kunnen werken, dan blijft hij pensioen opbouwen. Hij hoeft daar dan niet meer voor te betalen.
Eén beleggingsbeleid
Martin zou misschien wel zelf willen bepalen waarin zijn pensioengeld belegd wordt, maar dat is niet mogelijk. Net als nu bepaalt het pensioenfonds het beleggingsbeleid voor alle deelnemers. Hoe er precies belegd wordt hangt straks af van de leeftijd.
Het geld voor Martins pensioen wordt vanwege zijn leeftijd met minder risico belegd. Zo worden uitschieters naar boven of naar beneden zoveel mogelijk voorkomen.
Dit verandert er voor Martin
Ieder een persoonlijk pensioenvermogen
Het duurt niet meer lang voordat Martin met pensioen gaat. De laatste jaren heeft hij wel vaker gekeken hoe hoog zijn pensioen naar verwachting wordt. En nu komen er die nieuwe regels! Dat maakt hem onzeker. Hij vraagt zich af of het iets uitmaakt of hij net voor of net na de overgang met pensioen gaat.
Net als elke andere deelnemer heeft Martin onder de nieuwe regels een persoonlijk pensioenvermogen. Hierin ziet hij de ingelegde premie en de behaalde rendementen. Gaat hij eenmaal met pensioen, dan wordt het pensioenvermogen gebruikt voor een maandelijks pensioen. Dit zal niet lager zijn dan het maandelijks pensioen dat nu voor hem verwacht wordt. Of hij op moment van overgang al met pensioen is of nog niet, maakt daarbij verschil voor de hoogte van zijn pensioenvermogen:
- Stel Martin is bij de overgang naar de nieuwe regeling nog niet met pensioen. Dan wordt zijn pensioenvermogen eenmalig verhoogd. Martin heeft de afgelopen jaren evenveel premie betaald en evenveel pensioen opgebouwd als oudere collega's. Dat heet de 'doorsneesystematiek'. Dit systeem wordt afgeschaft onder de nieuwe regels. Daardoor hebben de leeftijdsgroepen tussen de 27 en 67 jaar bij de overgang naar de nieuwe pensioenregels nadeel. Martin hoort hier ook bij. Hij verliest extra pensioen dat hij de komende jaren zou hebben opgebouwd onder de oude pensioenregels. In het begin van zijn loopbaan heeft hij relatief meer pensioenpremie betaald dan waar pensioen voor is opgebouwd, in de verwachting dat hij dat later terug zou krijgen. Hiervoor krijgt hij een eenmalige compensatie.
- Stel Martin gaat vóór de overgang naar de nieuwe regeling met pensioen. Bij de overgang krijgt hij op basis van zijn maandelijks pensioen zijn persoonlijk pensioenvermogen. En dat wordt onder de nieuwe regels weer omgerekend naar een maandelijks pensioen. Dit is niet lager dan het pensioen dat hij al had. Hij krijgt dan geen compensatie, want de opbouw van zijn pensioen was al gestopt. Vanaf de overgang naar de nieuwe regels wordt zijn pensioen één keer per jaar opnieuw vastgesteld.
Verhogen of verlagen
Martins pensioenvermogen gaat meer meebewegen met de financiële markten. Gaat het goed, en stijgen beleggingen in waarde, dan wordt het pensioenvermogen verhoogd. Andersom wordt Martins pensioenvermogen direct verlaagd als de financiële markten er minder goed voorstaan.
Omdat Martin bijna met pensioen gaat, wordt zijn pensioenvermogen met minder risico belegd. Zo worden uitschieters naar boven of naar beneden zoveel mogelijk voorkomen. Martin kan in zijn persoonlijke online omgeving zien hoeveel rendement erbij komt, maar ook hoeveel zijn vermogen wordt verlaagd als het tegenzit. Ook kan hij zien hoeveel pensioenpremie er maandelijks in zijn pensioenvermogen wordt gestort.
Er is een solidariteitsreserve, Vanaf het moment dat de nieuwe regeling geldt beschermt deze reserve ook de pensioenen van deelnemers die vlak voor hun pensioen staan, zoals Martin. En is Martin eenmaal met pensioen, dan is de solidariteitsreserve bedoeld om verlagingen van het pensioen zoveel mogelijk te voorkomen.
Pensioen na overlijden anders berekend
Martin laat met zijn fulltime salaris een groot financieel gat na als hij overlijdt. Hij vindt het dan ook belangrijk dat er partnerpensioen is voor Peter, mocht hij komen te overlijden.
Zolang Martin nog bij DNB werkt is het partnerpensioen 35% van het inkomen van Martin op dat moment dat meetelt voor zijn pensioen. Heeft Martin in de huidige regeling partnerpensioen opgebouwd, dan komt dat er nog bij.
Als Martin met pensioen gaat kan hij ervoor kiezen een partnerpensioen te regelen voor Peter. Dat is dan 70% van het pensioen dat Martin maandelijks krijgt. Er is dan ook wezenpensioen voor kinderen tot 25 jaar. Dit is per kind 20% van het inkomen dat meetelt voor de opbouw van Martins pensioen.