Pensioenfonds DNB kent zijn deelnemers per 1 juli 2024 nagenoeg een volledige toeslag toe. De financiële situatie van het pensioenfonds laat dit toe. De grootste groep deelnemers krijgt 2,94%, gebaseerd op de prijsinflatie (CPI). Een kleinere groep 5,79%, gebaseerd op looninflatie (cao DNB). Deze verhoging is nog net iets hoger dan de verhoging die we in de Pensioenkrant van juli meldden. De cijfers in de Pensioenkrant waren gebaseerd op voorlopige cijfers.
Als pensioenfonds willen we de gevolgen van de inflatie voor onze deelnemers compenseren. Dat doen we door verhogingen (toeslagen) toe te kennen. Dat kan alleen als onze financiële positie goed genoeg is. Dit jaar is dat het geval.
Verhoging in uiterlijk in oktober uitgekeerd
We verhogen de pensioenen per 1 juli 2024. Maar omdat we nog bezig zijn met het afronden van de verhuizing van onze administratie naar AZL, kunnen we de verhoging niet meteen verwerken. Daarom wordt de verhoging uiterlijk in oktober 2024 voor het eerst uitgekeerd aan gepensioneerden. In die maand ontvangt u ook een nabetaling over de maanden vanaf juli 2024. Uw pensioenbedrag is dan eenmalig extra hoog. Voor medewerkers en oud-medewerkers van DNB is de verhoging in november 2024 verwerkt in de opgebouwde pensioenaanspraken.
Verschil tussen prijs- en looninflatie
Pensioenfonds DNB kent twee vormen van toeslagverlening. Hierdoor is de verhoging van het pensioen niet voor iedereen hetzelfde.
- Voor de meeste deelnemers is de toeslagverlening gebaseerd op de prijsinflatie. De prijzen stegen het afgelopen jaar (periode 1 april 2023 tot en met 31 maart 2024) met 3,09%. Voor deze groep verhogen we de pensioenen met 2,94%.
- Een kleine groep oud-medewerkers en gepensioneerden krijgt een toeslag op basis van looninflatie (cao DNB). De lonen stijgen conform de cao-systematiek met 6,09% per 1 juli 2024. We verhogen het pensioen voor deze groep met 5,79%.
Hoe heeft het bestuur de toeslag vastgesteld?
Voor toeslagverlening is de beleidsdekkingsgraad van groot belang. Kort gezegd kunnen we gedeeltelijk toeslag verlenen als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan 110%. Volledige toeslag is mogelijk vanaf een beleidsdekkingsgraad van 137,3%. Dit noemen we ook wel de toekomstbestendige indexatiegrens (TBI-grens). Deze is mede afhankelijk van de rente en verandert daarom ieder jaar. Eind december 2023 bedroeg de beleidsdekkingsgraad 135,6%. Dat is dus 3,3%-punt onder de TBI-grens. Daarom kunnen we geen volledige toeslag geven, maar wel 95,1% van de volledige toeslag. Lees meer over het toeslagbeleid.
Hoeveel krijgt u?
| Groep | Te verlenen percentage | Niet verleend | Totale achterstand |
| Medewerkers DNB | 2,94% | 0,15% | 1,95% |
| Oud-medewerkers DNB | 2,94% | 0,15% | 10,66% |
| Gepensioneerden | 2,94% | 0,15% | 10,66% |
| Oud-DNB (uit dienst voor 2003) | 5,79% | 0,30% | 8,29% |
| Oud-PVK (uit dienst voor 2005)* | 6,09% | 0% | 0% |
*Werkgever vult de toeslag van 5,79% met 0,30% aan als deze niet uit het fondsvermogen betaald kan worden.
Medewerkers, oud-medewerkers en gepensioneerden ontvangen een toeslag van 2,94%. De prijzen stegen in de periode 1 april 2023 tot en met 31 maart 2024 met 3,09%. Hun achterstand in toeslagen loopt beperkt op met 0,15% en is voor deze groep het kleinst. Voor deze groep bestond er tot 2020 een toeslagendepot van waaruit de toeslag werd aangevuld.
Voor de groep Oud-DNB (uit dienst voor 2003) en Oud-PVK (uit dienst voor 2005) is de toeslagverlening gebaseerd op de loonstijging bij DNB, die per 1 juli 2024 is berekend op 6,09%. De groep Oud-DNB krijgt een toeslag van 5,79%. De totale achterstand in toeslagen voor deze groep is 8,29%.
De groep Oud-PVK krijgt de toeslag van de werkgever aangevuld tot 6,09%. Deze groep heeft geen achterstand in toeslagen.
Hoe verder?
Voordat de achterstand in de toeslagverlening kan worden ingelopen, zal de beleidsdekkingsgraad verder moeten stijgen. De kans op het volledig inhalen van deze achterstand in toeslagen lijkt op de korte termijn beperkt.