Toeslagbeleid

Voor de meeste deelnemers en pensioengerechtigden is de toeslagverlening gebaseerd op het consumentenprijsindexcijfer (CPI) van het CBS. De gewezen deelnemers en pensioengerechtigden uit de oude DNB-pensioenregeling voor wie de deelneming geëindigd is vóór 2003, hebben een voorwaardelijke aanspraak op toeslagverlening op basis van de loonontwikkeling bij de werkgever.

De gewezen deelnemers en pensioengerechtigden uit de oude PVK-pensioenregeling voor wie de deelneming geëindigd is vóór 1 januari 2005, hebben een aanspraak op toeslagverlening op basis van de algemene loonontwikkeling bij de werkgever. Er is voor hen een speciale afspraak met de werkgever vastgelegd, voor wanneer de middelen van het pensioenfonds niet toereikend zijn om de volledige toeslagen te financieren. De extra lasten voor deze toeslagen worden dan bij de werkgever in rekening gebracht,

De meest recente toeslagverlening is per 1 juli 2024 toegekend. Er kan een gedeeltelijke toeslag verleend worden als de beleidsdekkingsgraad op de peildatum (eind december) hoger is dan 110%. Een volledige toeslag kan pas verleend worden als de beleidsdekkingsgraad op de peildatum hoger is dan de grens voor toekomst bestendig indexeren. De beleidsdekkingsgraad op 31 december 2023 was 135,6%. Daarom kan per 1 juli 2024 95,1% van de maatstaf aan toeslag verleend worden.

Voor de deelnemers die de CPI volgen, betekent dit 2,94% toeslag (2,94% = 95,1% x 3,09%). Van 1 april 2023 tot en met 31 maart 2024 stegen de prijzen namelijk met 3,09%. De achterstand in niet ontvangen toeslagen loopt daardoor met 0,15% op tot 1,95%. Voor oud-medewerkers en gepensioneerden is dit een stijging van 0,17% tot 10,66%. 

Voor de deelnemers die de loonontwikkeling bij DNB volgen betekent dit een toeslag van 5,79% (5,79% = 95,1% x 6,09%). De lonen bij DNB zijn per 1 juli 2024 volgens de CAO gestegen met 6,3%. De achterstand in niet ontvangen toeslagen loopt daardoor met 0,3% op tot 8,27%.