Toelichting wijziging nieuwe pensioenregeling
Sociale partners hebben in 2020 onderhandeld over de pensioenregeling voor de komende jaren. Dit heeft geresulteerd in de pensioenregeling 2021 die voor vier jaar is afgesproken. Op de volgende punten is de pensioenregeling gewijzigd:
Het opbouwpercentage wordt elk jaar vastgesteld
Het bestuur stelt elk jaar het opbouwpercentage vast op basis van de beschikbare financiële middelen. Hiervoor worden zowel de premie als indien nodig de beschikbare middelen uit het premiedepot gebruikt. We verwachten de komende jaren lagere opbouwpercentages dan voorgaande jaren door de lage rente.
De premiesystematiek wordt aangepast
Door bovendien de premiesystematiek aan te passen kan een iets hoger opbouwpercentage worden gefinancierd. Zonder deze aanpassing zou het opbouwpercentage naar verwachting verder dalen. Met sociale partners is overigens afgesproken dat als het opbouwpercentage onder 1,49% zakt het bestuur in overleg treedt met sociale partners.
En voor de experts: de premiesystematiek van de gedempte kostendekkende premie is niet langer gebaseerd op het twaalfmaandsgemiddelde van de DNB-RTS met een opslag op basis van het Vereist Eigen Vermogen, maar op een gedempte kostendekkende premie op basis van verwacht rendement met een minimale kostendekkende premie op basis van een twaalfmaandsgemiddelde van de DNB-RTS met een solvabiliteitsopslag ter grootte van het Minimaal Vereist Eigen Vermogen.
Het partnerpensioen blijft gelijk
Om het partnerpensioen in stand te houden en niet mee te verlagen als het opbouwpercentage lager wordt, wordt het partnerpensioen vastgesteld op een vast percentage van 1,3125% van de pensioengrondslag per dienstjaar. Sinds 2020 is dit op risicobasis verzekerd en dit blijft zo.
Afschaffen premiedepot
Als de benodigde premie lager is dan 27,4% wordt de opslag op de kostendekkende premie van maximaal 4,4% niet langer gestort in het premie-depot, maar komt deze ten gunste van de algemene middelen van het pensioenfonds. Het premiedepot diende om de pensioenopbouw mee aan te vullen. Bijvoorbeeld als in een bepaald jaar te weinig premie binnenkwam om de pensioenopbouw te betalen. Het premiedepot wordt nu niet langer gevuld. Zolang er nog geld inzit, kan het worden gebruikt om het opbouwpercentage in stand te houden. Het premiedepot houdt op te bestaan als er geen geld meer inzit.
Arbeidsongeschiktheidspensioen elders verzekerd
De pensioenregeling bevatte een arbeidsongeschiktheidspensioen. Het pensioenfonds wilde deze regeling niet meer uitvoeren vanwege de complexiteit en vanwege de wens om risico's te verminderen. Via een aanbesteding heeft de werkgever een nieuwe partij geselecteerd voor deze verzekering: a.s.r./Loyalis.
Netto pensioen elders verzekerd
Het pensioenfonds verzekerde voor medewerkers met een pensioengevend salaris van meer dan € 112.189 (2021) een netto verzekering partner- en wezenpensioen. Dit was een vrijwillige verzekering en de medewerkers die hier aan meedoen betaalden zelf de premie. Ook deze regeling wilde het pensioenfonds, vanwege reductie van complexiteit en verminderen van risico's, niet langer uitvoeren. Via een aanbesteding heeft de werkgever een nieuwe partij hiervoor geselecteerd: Allianz. De medewerkers die dit betreft zijn door de werkgever persoonlijk geïnformeerd, omdat zij opnieuw een keuze moesten maken voor deze verzekering.
Premie wordt maximaal 27,4%
Doordat het arbeidsongeschiktheidspensioen niet langer onderdeel is van de pensioenregeling wordt de maximale premie van 28,0% naar 27,4% van de ongemaximeerde salarissom verlaagd. Bekijk de nieuwe pensioenregeling 2021.
Nieuwe regeling evenwichtig
Het pensioenfonds heeft een onderzoek (zogenoemde ALM-studie) uitgevoerd om de evenwichtigheid van de nieuwe regeling te kunnen beoordelen. De ALM-studie laat zien dat de gewijzigde premiesystematiek zorgt voor een lagere verwachte opbouwkorting voor de actieve deelnemers en voor een klein negatief effect op de kans op (volledige) indexatie en een iets grotere kans op korten van pensioenrechten en –aanspraken. Daartegenover heeft afschaffing van het premie-egalisatiedepot een positief effect op de kans op volledige indexatie en een iets kleinere kans op korten. Uit het onderzoek blijkt verder dat de impact op de koopkracht voor zowel actieve als inactieve deelnemers op een vijfjaarshorizon en vijftienjaarshorizon minimaal is.
Het bestuur heeft de combinatie van de aanpassing van de premiesystematiek in combinatie met het afschaffen van het premiedepot als evenwichtig beoordeeld: de nieuwe premiesystematiek is gunstig voor de nieuwe opbouw van de actieve deelnemers, het afschaffen van het premie-egalisatiedepot is daarentegen gunstig voor de opgebouwde aanspraken van slapers en gepensioneerden.
Opbouwpercentage in 2021 blijft 1,875%
In 2021 is een opbouwpercentage van 1,875% vastgesteld. Deze is mede gefinancierd met behulp van het premiedepot. De aangepaste premiesystematiek heeft in 2021 een klein negatief effect op de dekkingsgraad van 0,2%. Hoe hoog het opbouwpercentage in de toekomst is en wat de effecten op de dekkingsgraad zijn, is afhankelijk van de rente-ontwikkeling. Het bestuur stelt aan de hand van de rentestand van 30 september 2021 de hoogte van de benodigde premie vast. Met behulp van deze premie en eventueel benodigde middelen uit het premiedepot wordt het opbouwpercentage voor 2022 vastgesteld.
Verantwoordingsorgaan positief
Het verantwoordingsorgaan heeft een positief advies uitgebracht over de premiesystematiek en over de uitvoeringsovereenkomst tussen werkgever en pensioenfonds, waarin de afspraken zijn vastgelegd.